In het jaar 1898 maakt Jan de Waardt, samen met zijn goede vriend Herman Heijenbrock, een reis naar de Borinage, een streek in het Waalse steenkolenbekken. In één van de mijndorpen daar, Frameries, ten zuidwesten van de stad Mons (Bergen), maakt hij in mei 1898 de bovenstaande schets van een steenkolenmijn met rokende schoorstenen en bergen mijnafval, zogeheten terrils. En deze tekening duikt jaren later - in de jaren 1980 - op, op een rommelmarkt in Den Briel. Dat is een mooi verhaal! Het verhaal wordt verteld door Jaques de Rhoter, de vinder van de tekening. Hij treft het werk aan, daar in Den Briel, verwaarloosd en in een beschadigde donkergrijze lijst. Hij mag het meenemen voor het luttele bedrag van vijf gulden. En dan begint een lange zoektocht. De tekening is gesigneerd, met een volledig uitgescheven naam. En in de linkeronderhoek staat "Frameries Mei 98". Maar ja, Google bestond destijds nog niet. Dus: wie is Jan de Waardt, en waar ligt Frameries? In een spannende vervolgreeks van meerdere blogs - geschreven eind 2012, begin 2013 - schetst De Rhoter hoe hij stap voor stap nieuwe brokjes informatie vindt: Heijenbrock, Borinage,... Hij laat de tekening schoonmaken. Hij reist af naar Frameries om ter plaatse onderzoek te doen. Hij duikt zelfs een oude foto op van één van de mijnen in het dorp, namelijk van de Charbonagge de Crachet Picquery. Zou dit de mijn op de tekening zijn? | Uiteindelijk stuit hij op het artikel van Jeroen Kapelle uit 2010 (zie elders op deze site), met een fotootje van De Waardt. Zo krijgt de kunstenaar opeens een gezicht. En er is meer: Jan de Waardt blijkt vanaf 1904 in Oostvoorne te wonen - op een steenworp afstand van Den Briel. En hij kampt met een alcoholverslaving. Dat brengt De Rhoter - in het laatste deel van de reeks - tot de volgende onbewijsbare, maar wel redelijk aannemelijk klinkende verklaring, over hoe dit bijzondere werk op die rommelmarkt terchtgekomen is: "Vast en zeker geruild voor een fles jajem of om een openstaande caférekening te voldoen en tenslotte door de kleinkinderen van de nieuwe eigenaar weggedaan. Wat moesten ze met zo’n vuile prent?" Zoals gezegd: het zou zo maar kunnen... En dat roept meteen de vraag op, ook al zijn we ondertussen bijna 40 jaar verder: zou er nog meer onbekend werk van Jan de Waardt op het eiland Voorne aanwezig zijn? |
Egge-Jan Pollé
Bron: